Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [40]Want gijlieden zult niet [41]met haast uitgaan, noch met der vlucht [42]henengaan; want de HEERE zal voor ulieder aangezicht henentrekken, en de God van Israel zal uw [43]achtertocht wezen. 40. Eene beschrijving van den uittocht van Gods volk en de genade, die God hun daarin bewijzen zou. 41. Te weten gelijk uwe vaders doen moesten toen zij uit Egypte trokken, waar zij als uitgedreven werden; Ex.12:33. Versta hierbij: Maar gij zult met gemak en zonder vrees uittrekken, ja met vreugde. Zie de vervulling Ezra 1:. 42. Te weten uit het lichamelijke en geestelijke Babel. 43. Of, achterhoede, of achterhoop zijn. Hebreeuws, zal ulieden verzamelen, of tezamen vergaderen; dat is, Hij zal u aan alle kanten beschutten en beschermen. Zie Num.10:25.